INDIAN SUMMER. Dit is wat je moet doen op een perfecte nazomerse zondag in september. Je mag niet twijfelen, niet aarzelen of je het wel kan organiseren. Zelfs wanneer je ogen op half zeven hangen omdat je de drie voorgaande nachten te weinig geslapen hebt omdat je dochter de meest horrific nachten heeft na haar amandeloperatie, ga je toch voor deze zondagnamiddag.
Ik maak het natuurlijk niet te ingewikkeld, want mijn verstand werkt niet in die mate. Erik koopt een stuk vlees, wat eerlijke groenten, een bouillon (koopt, niet maakt) en een fles champagne. Wijn hoeft niet, want we hebben nog rosé liggen van de laatste trip van Liesje en Fred naar Frankrijk. Ik ben georganiseerd voor de middag en heb weinig tijd nodig.
Vrienden arriveren, de zon overwint de ochtendmist, champagne wordt geschonken en gin en zonnebrillen worden tevoorschijn getoverd. We gaan met z’n allen, behalve Erik en Fred, want die vinden gin belangrijker, Chili het paard bezoeken. Hij staat vijfhonderd meter en een sappige weide van ons verwijderd. Wanneer we terugkomen, brengt Erik de kolen net à point en legt de steak op de grill.
Lies en ik – ik zeg niet Liesje, wat ik normaal wel vaak doe, maar we hebben net een heel gesprek over de toch wel ergerlijke alomtegenwoordige verkleinwoorden in onze huidige taal gehad – bekleden de tafel met groenten en saus. Marie doet tussen al ons zonnige gebeuzel haar best om ook een beetje geluid uit te brengen, niet erg duidelijk, maar wij doen ons best om haar te begrijpen.
En vervolgens drinken we op gezonde tijden, op uitzonderlijke tijden, op tijden van vriendschap, op tijden zonder voorbehoud. Heb dit soort dagen lief, mijn dames, elke seconde, elke minuut, zonder twijfel.
ps Marie heeft een lijst gemaakt van alle dingen die ze wil eten, wanneer ze weer kan eten. En haar lijst is erg lang.