Maandag 11 februari 2019. – Hebben jullie trouwens gemerkt dat ik bij mijn vorige bericht een paar glazen wijn uitheb? 🤪😂 Ik wel. Als ik dan vandaag mijn tekst opnieuw lees, merk ik dat mijn zinnen korter, eenvoudiger zijn. Terwijl ik de avond zelf echt de indruk had een verschrikkelijk complexe en intelligente tekst geschreven te hebben! In elk geval, om 04.00 brandt het licht in mijn hoofd alweer. Ik rol nog een keer naar de rand van het bed, want Erik eigent zich de volledige linkerkant én het midden toe en doe nog een poging tot breinloze slaap. Moeilijk, maar moeilijk kan ook.
Een douche en een fikse wandeling later, staan we een halfuur te vroeg voor de poort van Paul Smith. De meisjes hebben we knock-out achter gelaten. Zij trekken hun plan wel. Ze kennen de buurt. We treffen hun later. Wat een collectie! Ik ben helemaal mee, verdwaald, verzwolgen in het universum van Paul Smith. Papegaaien, ruiten, oranje, paars, groen. Ik zou zo de helft van de rekken voor mezelf bestellen! 😉 We zijn een goed geoliede machine, het tempo ligt hoog. Dit is wat ik onvoorstelbaar graag doe. Mijn job!
De namiddag dwarrelen we. Wat een luxe. Wij moeten niks in Parijs. Wij hebben alleen tijd te spenderen. We ontdekken op onze omzwervingen weer iets kleins, uitzonderlijks : Cité Berryer, vlakbij la Rue Royale. Je zou ze zo voorbij gelopen zijn, ware het niet dat een pracht van paraplu’s ons toeschreeuwt. We hebben gewinkeld voor de meisjes. Ik weet niet of Erik echt van dit onderdeel van de reis genoten heeft. 🙊
Bijna schaamteloos om te zeggen, maar het laatste anderhalf uur zijn we opnieuw geëindigd op ons terras! Ik moest absoluut nog een laatste keer : de tataki van tonijn en een glas wijn. 🐟🍷 Ik kan Parijs niet verlaten zonder. Santé mijn lieve vrienden. Tot snel.