Mami en féfé, mijn eeuwig jonge ouders, nodigen ons uit ‘s avonds na het werk buiten onder het afdak van hun nieuwe terras. Fefe heeft de tafel gedekt. Wel, eigenlijk heeft hij ze zelfs eerst verplaatst, vanop het oude terras helemaal over de bemeste zwarte aarde, want de nieuwe graszoden liggen er nog niet, naar het nieuwe terras.
Wij arriveren de ene na de andere en de ene na de andere bewondert zijn fantastische compositie : hij heeft twee tafels naast elkaar gezet – wij zijn maar met zes, dus eigenlijk volstaat één tafel ruimschoots – en alle stoelen staan langs dezelfde zijde, met uitzondering van twee, één links, één rechts, op de korte zijde.
Ik bewonder als eerste het tafereel. En vraag me luidop af waarom we met z’n allen naast elkaar zitten, wanneer we perfect rond één tafel passen? Mami hoort me, ze is stil naast me komen staan, en antwoordt : ‘We moeten van de tuin genieten’.
Zo zitten we dus, op vrijdagavond, met zes op een rij aan een tafel, met een box in het midden, waarop onze Marie haar muziek speelt, op het nieuwe terras, met onze rug naar de muur en ons gezicht naar de tuin, met in de verte de rododendrons en in de nabijheid het zwarte bemeste zand zonder de groene graszoden, te genieten, te lachen.
Santé dames, op de zomer! ps Soms moet je gewoon op een rijtje gaan zitten. 😂🌱