Ik moet jullie iets vertellen. Ik heb een serieuze herinnering aan mijn stapel toegevoegd. Ik zal rustig beginnen. Gaandeweg de climax opbouwen. En eindigen op een hoogte, die ’s morgens pijn doet aan de ogen.
Wij hadden een feestje gisterenavond. In de carwash. Ik moet het eerlijk zeggen : mijn pijp was eigenlijk ver uit. Ik zou zelfs durven zeggen dat ik snakte naar een avond hangen in de zetel, met mijn voeten onder een dekentje en óp een kussen, eventueel een boek en dan misschien toch ook maar een glas in mijn hand, gezien het toch wel zaterdagavond blijft én het toch iets extra’s hebben mag. Dit verlangen gevoed, vooral ook met in het achterhoofd de gedachte dat op zondagochtend mijn wekker om 06.00 uur zal staan – dit zaligmakend uur omdat Marie haar eerste dressuurwedstrijd van het seizoen heeft.
Ik heb DAT dus NIET gedaan. Want we hebben een feestje. Ik ben thuis gekomen van de winkel. Heb aangehouden wat ik aanhad, omdat ik vond dat dat wel de naam party waardig was. Heb wel gewisseld van schoenen. Gewoon iets anders plats, maar met net iets meer blinkend gehalte, zodat indien nodig, de dansvloer afgeschuimd zou kunnen worden. Ik heb wat extra concealer op mijn wallen aangebracht, het stof van mijn brilglazen gepoetst, zodat ik mij niet meer moest afvragen of mijn glazen nu vuil waren of ik gewoon van vermoeidheid niet helder meer zag.
En we zijn in de auto gestapt. Richting Neerpelt. Richting Lustrum Phoenix Hockey Club. Richting Carwash!?! Zo stond het op de uitnodiging : ‘in de wasstraat’ van de CArwash Club. Ik vergeet natuurlijk de weginstructies, zodat ik onderweg Fred nog moet bellen, om ons in de juiste richting te dirigeren. Net voorbij de BMW garage van Beliën (ik voel mij nu bijna Jean-Marie met de letters op de kraag van zijn hemd – een verdoken publiciteit), rechts vóór het spoor indraaien, meteen links en dan de pijlen richting parking volgen. Ik versta Fred nauwelijks, wegens teveel decibels, dus het vraagt even én een engelengeduld om te begrijpen waarheen de queeste juist leidt.
We maken een Minuscule omweg in een zijstraat langs de hoofdweg omdat Erik meent te moeten terugdraaien omdat we volgens hem dé garage reeds gepasseerd zijn en hij bijgevolg denkt te moeten omkeren. Terwijl IK in de verste verte nog geen garage gezien heb. Zo’n garage is nu niet echt iets – meen ik – waar je zo maar voorbij zou kunnen rijden, zonder ze opgemerkt te hebben. Ik heb Erik dus lieflijk, maar met vrouwelijke volharding overtuigd om toch nog even de weg te vervolgen, om dan inderdaad een paar honderd meter verder een machtige én waarlijk niet te missen garage te passeren. We rijden er net voorbij, draaien rechts voor het spoor en vervolgens meteen naar links. Naar dé CARwash. Werkelijk, een heuse CARWash, met de onmiskenbaar toepasselijke naam : dé CARWAsh Club.
Zeg eerlijk : Wie zou ons nu niet willen vergezellen op deze locatie?!? Een beperkte hoeveelheid intens enthousiaste jeugd legt ons met hand uit waar de parking is. Stel dat we de alom tegenwoordige ‘Parking’-pijlen gemist zouden hebben… We stallen de auto en bevriezen richting Club. Er staat een windje.
We zijn ruim laat. Winkel sluiten – schoenen wisselen – wallen camoufleren – uur rijden, maakt dat we bij de laatsten in de wasstraat zijn. En wát een wasstraat! Werkelijk, een heuse wasstraat, ín een CARWASh, gevuld met een cute, oogstrelende en lonkende rij Mini’s (ik ga de naam van de garage hier niet noemen – ze staat in paragraaf vier). Ik maak dus voor de eerste keer in mijn leven een fysieke wandeling als persoon door een wasstraat en hang mijn jas op één van de weinige, vrije kapstokken van de voor de gelegenheid ontworpen vestiaire. In de wasstraat.
En dan komen we binnen. W A T een CARWASH is dit?!? Omgebouwd tot een sublieme, magnifieke, unieke Club. Ik wil even een kleine, maar toch niet te versmaden duidelijkheid scheppen : De carwash heet in het echte leven dus werkelijk CARWASH CLUB en is een regelrechte, auto’s proper makende carwash. Vanavond echter, voor de gelegenheid door Catering van Eyck omgetoverd tot een échte, regelrechte CLUB.
– Voetnoot één : Ik ben geen reclamebureau en doe niet aan ‘gesponsorde publiciteit’. Ik moet echter gewoon deze namen en degenen die nog volgen écht wel vermelden, omdat zij ervoor gezorgd hebben dat deze avond zodanig uniek was, dat hij werkelijk een pole-positie op mijn herinneringenstapel verdiend heeft. –
Wij zien Liesbet en Nathalie al van ver zwaaien. Dáár moeten we zijn. Dat is onze sta-tafel. We knuffelen en kussen en worden geïntroduceerd. Mijn excuses aan allen wiens namen ergens in het diepe gat van mijn geheugen verzonken worden, maar alvast een speciale extra welgemeende ‘dag-erna-knuffel’ aan Isolde, die een bijzondere ‘ik-onthoud-je-voor-altijd-cel’ in mijn hersenen geraakt heeft. (En twee cellen in die van Erik.)
We genieten, uitmuntend. En converseren, boven de muziek uit. De muziek staat hard. Je wisselt verhalen uit. Per twee. Mijn stembanden zoeken hun grenzen op. Het stoort niet, de luidheid. Het hoort erbij. En dan… Dan… Nog tijdens het degusteren van ons tweede hoofdgerecht. Dan… Barst, het, LOS.
BLVD VNYL. Boulevard Vinyl. Op het podium. Het is volgens mij, nauwelijks 21.30 uur. Hét FEEST barst los. De carwash CLUB – werkelijke club voor de gelegenheid – barst uit haar DAK. Uit haar voegen. Uit haar borstels én wasstraat.
Ik vlieg van mijn stoel. Laat mijn eten én mijn hoge stoel én mijn handtas op de grond (én Erik) voor wat ze zijn. En baan me een weg richting podium. Ik sta ‘frontrow’. Met Lies. Met Nathalie. For oldtimes sake. De zaal gaat UIT HAAR DAK. Mijn stem gaat naar andere oorden. Een hoger niveau. Beetje piepend en iel (op het einde). We doen mee. Alles. Dansen. Zingen. Armen in de lucht. Anderhalf uur. Ongeveer, denk ik. Aan één stuk. Tweehonderd of meer zielen, eensgezind, gillend, zingend, vals, swingend, jaren ’70, 2000, jeugd, onze ouders’ leeftijd. Iedereen én alle muziekjaren vinden hun glorie.
– Een tweede voetnoot : Ik ben Bob voor de avond. Zij die mijn post op fb of IG vanochtend gelezen hebben, ik had deze de dag voordien voorbereid en dacht dat ik degene zou mogen zijn die een glas teveel zou mogen drinken. Het heeft echter zo niet mogen zijn. Ik ben dus de watervrouw geweest, maar was op zondagochtend te moe, wegens gebrek aan slaap, om deze tekst naar waarheid aan te passen. –
Ik doe mijn ding. Waar ik goed in ben. Ik gooi mijn conditie op de dansvloer. Niet dat ik zoveel heb, maar aldaar, op de dansvloer, ontdek ik steevast nieuwe grenzen. Ik gooi mijn stem in de ether. En keer, na twee of drie of misschien zelfs zeven bisnummers van BLVD VNYL warm en voldaan naar Erik terug. En naar mijn andere mannen. Die zich een primeur plaats aan de toog veroverd hebben. Aldaar gestaan, gedurende negentig minuten. Aldaar geconsumeerd. Gedurende negentig minuten.
Zij zijn, glorieus, in de olie. Zij zijn vrienden, zoals ze altijd geweest zijn. Overstrooid en gedompeld in herinneringen en momenten en gelach en elkaar vastpakken. En pintjes.
Ik plaats mijn stem, nu op het hoogste niveau. Ijl, iel. En voyageer tussen water en dansvloer en dj en Erik en hockey vrienden en zelfs een dansende kostuumman met een glas rode, eveneens dansende, wijn.
We zijn een stuk in de volgende dag. Een stuk in zondag. Dezelfde zondag als degene waar mijn wekker om 06.00 uur staat. Erik staat op de dansvloer. Hij ook. Eindelijk. Dat wil zeggen dat hij de tijd van zijn leven heeft, gehad. Ik moet hem mee naar huis krijgen. Brute chance. Zijn bonnekes zijn op. Ik heb zijn portefeuille. Het is tijd.
We knuffelen en plakken. Opnieuw, net als in het begin. En zeggen gedag en tot ziens en tot het volgende feest. De nieuwe datum is deze avond reeds in de agenda geprikt – dankje Jan voor de uitnodiging!
Merci Hockey Phoenix voor een unieke, onvoorstelbare, schitterende, sublieme en miljoen overtreffende adjectieven waardige avond. Merci Bart, Marielle, Oli, Martine, Nadine, Adrienne, Nathalie, Lies, Fred, Isolde en alle anderen voor de hartverwarmende, wijn- en bierovergoten én onvergetelijke knuffels en pak me nog eens liefdevol vast momenten. IK VERGEET JULLIE NOOIT.
En wat een geluk dat ik niet in de zetel ben gaan zitten… Lang leve de wasstraat, in de CARWASH CLUB.