Sommige momenten zijn uniek. Bewaar ze in je hart.
Ik drink het laatste glas. Erik wast ondertussen alle glazen af. En ik drink het laatste glas. Ik zette de restjes van het feestmaal in de ijskast. En ontdekte nog een bodem in de champagnefles. Met die bodem zit ik nu in de zetel. Eigenlijk zou ik onderweg moeten zijn naar Gent. Ik heb zelfs de ganse namiddag mijn erge best gedaan. En behalve mijn twee glazen champagne aperitief enkel een bodem wijn bij de maaltijd genomen. Nu doet Brent echter Julie naar Gent. En Erik staat erop de afwas te doen. Ik mag in de zetel. Met de bodem die ik net nog in de ijskast ontwaarde.
Ik geniet. Na. Van een unieke middag. We doen dit gezelschap niet vaak. Eén keer in de winter. Eén keer in de zomer. En van die twee keer vieren we één keer de verjaardag van de vier vrouwen. We zijn alle vier op heel andere momenten jarig. Maar één maal per jaar, in de winter doen we dus gewoon alsof we samen jarig zijn. Inclusief geschenkjes en champagne. We zouden natuurlijk dan de tweede keer de mannen kunnen vieren. Maar dat doen we niet. De tweede keer vieren we de zomer. En zitten we buiten. In de zon tot we roodgebrand zijn. Nu, in de winter, zien we ook rood. Van open haard en oven.
En van het lachen. Want dit is een gezelschap dat dateert van Leuven met eentje van Turnhout eraan geplakt. Dat elkaar heel goed kent. En heel lang dus. Wel dertig en veertig jaar. Onze mannen hebben niet spontaan voor elkaar gekozen. Zij zijn onze aanhangsels. Maar zij doen dat goed. Uitermate goed. Ondertussen zijn zij op elkaar ingespeeld. Tenmidden van Westvleteren, rode wijn, Italië, Van Echelpoel ziet em doen, doen zij het goed. Lieve vrienden, een simpele dankjewel. Bisous.